33 - Willemina van Eijsbergen

Blad 1 van het Dagboek van Vrouw Waltman
met
jaarinkomsten van 1841 tot en met 1871
Blad 2 van het Dagboek van Vrouw Waltman
met de bevallingen vanaf 1871 met
de naam van de ouders, het geslacht van de geborene en de geboortedatum

Vroedvrouw voor de paupers in de 19e eeuw te Dordrecht

Willemina Waltman-van Eysbergen (ook: van Eijsbergen) werd geboren op 8 augustus 1802 in Dordrecht en trouwde op 19 februari 1823 in Dordrecht met huisschilder Dirk Waltman (Dordrecht 1802-Delft 1832). Willemina was vooral bekend als Vrouw Waltman, vroedvrouw en schrijfster van het "Dagboek van de bevallingen”.

Willemina van Eysbergen werd geboren als het derde van vier meisjes in de ‘Platte Hellingen’ in Dordrecht. Waarschijnlijk heeft ze niet meer scholing gehad dan de lagere school. Een foto is er niet van haar. Niet méér, in ieder geval. En waarschijnlijk is die er nooit geweest... Niemand weet meer met welke blik Willemina Waltman-van Eysbergen de wereld inkeek. Hoe ze haar haar droeg. Wat haar postuur was.

Ze moet een doodgewone vrouw geweest zijn. Een weduwe, maar dat was niks bijzonders. Dordrecht zat vol met weduwen in de negentiende eeuw. Ook haar eenvoudige afkomst was niet uniek. Je was heel rijk of heel arm in die tijd en Willemina behoorde tot die laatste categorie, zoals zo velen. Willemina was een vechter. Een overlever. Die indruk wekt in ieder geval het enige tastbare dat er nog van haar be-staat: haar dagboek.

Nadat haar man Dirk Waltman was overleden, besloot Willemina om de opleiding voor vroedvrouw te gaan volgen.
Op 6 oktober 1842 deed zij haar examen bij stadsvroedmeester Van Dura. Daarna ging ze aan de slag als zelfstandig vroedvrouw.

Ze woonde en werkte aan de Hellingen, een van de armste buurten van Dordrecht, in een periode dat er veel kindersterfte was. Willemina hield een dagboek bij waarin ze haar inkomsten noteerde én de bevallingen die ze had begeleid. Uit haar notities valt af te leiden dat ze een veelgevraagd vroedvrouw was en in haar topjaren ongeveer twee keer zoveel verdiende als een gemiddelde arbeider.
Op de eerste bladzijde hield Willemina haar jaarinkomsten bij van 1841 tot en met 1871. De verdiensten waren in 1841 nog 15 gulden, maar liepen snel op. Haar topjaren waren van 1852 tot 1865, toen verdiende ze tussen de 500 en de 600 gulden met 200 à 230 verlossingen per jaar.
Na 1865 liepen de werkzaamheden terug. Dat had ongetwijfeld met haar leeftijd te maken, Willemina was al dik in de zestig. Op de overige bladzijdes van haar dagboek beschreef Willemina de bevallingen. Per regel vermeldde ze de naam van de ouders (soms alleen de moeder), het geslacht van de geborene en de geboortedatum. In de weinige ruimte die over was op zo’n regel noteerde ze soms bijzonderheden zoals: ‘te vroege verlossing, doodgeboren, buikgeboorte’ of ‘kragteloos’. Vaak zijn die aantekeningen sterk afgekort en niet altijd begrijpelijk. Zo staat ergens ‘hulp lip krag ba moe’, wat betekent: ‘Hulp van vroedmeester Lipjes bij krachtverlies van de barende moeder’.

Willemina’s handschrift was de eerste jaren klein, regelmatig en redelijk goed leesbaar. Vanaf ongeveer 1865, toen het aantal bevallingen per jaar afnam, veranderde ook haar handschrift. Het werd groter en slordiger, met meer doorhalingen en inktvlekken. Het zou erop kunnen wijzen dat Willemina fysieke problemen kreeg. Toch bleef ze doorwerken, tenminste tot 1871. Haar dagboek is gebruikt als bron bij de bestudering van de negentiende-eeuwse verloskunde en bij het analyseren van de demografie van die tijd.

Willemina hielp gedurende haar ruim 30 jaar durende carrière bijna 5.000 kinderen op de wereld.
Het verloop van haar carrière is nauwkeurig te volgen dankzij
dit dagboek, dat in 1936 aan het Gemeentearchief is geschonken door haar achterkleinzoon Wim Waltman (*1891) uit Dubbeldam.